Een bestaande cursus omzetten naar een online cursus: waar begin je?

Online onderwijs, waar begin je?

Waar begin je als docent bij het herontwerpen van je bestaande cursus naar een online variant? Hanne ten Berge en Ineke Lam schreven een stappenplan, en delen tips zoals 'begin bij het einde' en 'Keep It Simple'.

In principe geldt ook voor het ontwikkelen van een online cursus het volgende: begin bij het eind, de leerdoelen. In de leerdoelen formuleer je wat een student concreet moet kennen en kunnen na afloop van de cursus. Bepaal vervolgens welke leeractiviteiten passen bij de leerdoelen en wat jij als docent moet doen om de studenten te helpen bij het leren. Tenslotte maak je een keuze voor de manier van toetsen (formatief en/of summatief). Voor het omzetten van een bestaande cursus naar een online variant start je bij wat er al ligt; de bestaande leerdoelen en cursushandleiding.

Constructive alignment

Eerder hebben we al eens de samenhang tussen leerdoelen, toetsvormen en leeractiviteiten uitgelegd (zie docentenportal van Farmacie) Dit model staat bekend als ‘constructive alignment’ (Biggs, 1996). Bekijk hierover een filmpje met uitleg

Wat moet een student concreet kennen en kunnen na afloop van de cursus?

Begin met het onder de loep nemen van de leerdoelen van je cursus. En bedenk: kunnen deze doelen ongewijzigd blijven of niet?

Kijk kritisch of je leerdoelen nog gehaald kunnen worden

De huidige omstandigheden kunnen een aanpassing van de leerdoelen vereisen door het wegvallen van onderdelen die reizen of contact met anderen vereisen (veldwerk, labwerk, observatie, enquêteren e.d.). Bijvoorbeeld: het herkennen van gesteentelagen is in het landschap op basis van meer informatiebronnen te doen dan wanneer een student alleen een foto tot zijn beschikking heeft. En in plaats van enquêteren kun je studenten online een vragenlijst laten uitzetten via de sneeuwbalmethode of een bestaande dataset laten gebruiken, maar dan moet het leerdoel wel aangepast worden omdat studenten niet zelf data verzamelen.

Kijk ook kritisch naar je leerdoelen in verband met de werkdruk die studenten nu ervaren. Is het onderwijsonderdeel echt nodig als je bedenkt dat docenten en studenten door de (thuis)omstandigheden extra werkdruk ervaren?

Daarna is het van belang om je af te vragen met welke toetsvorm je er het beste achter kan komen of een student deze doelen heeft bereikt. Denk al na over de toetsvorm voordat je de rest van je cursus gaat bijstellen. De cursusactiviteiten moeten de student leiden naar en voorbereiden op de eindtoets (als daar sprake van is). De eindtoets, indien van toepassing, geeft dus logische leer- en oefenactiviteiten voor de cursusperiode, ook in de vorm van formatieve toetsen (dat wil zeggen gericht op het geven van feedback op het leerproces en dus niet voor een cijfer). Er bestaat een grote kans dat de toets die je normaliter afneemt nu niet meer geschikt is omdat al het onderwijs online plaatsvindt. Een grote multiple choice kennistoets afnemen met behulp van Remindo (summatief) wordt ingewikkeld, omdat de afname op afstand, bij de student thuis, moet plaatsvinden. Online proctoring is nog niet zodanig  georganiseerd binnen de Universiteit Utrecht dat er op die manier thuis getoetst kan worden. Let op: als je de toetsvorm aanpast en daarmee afwijkt van de OER is contact hierover met de onderwijsdirecteur nodig. Deze moet het wellicht voorleggen aan de examencommissie.

Tip: Bekijk het kennisdossier van O&T voor informatie over toetsen in een online setting, waaronder het omzetten van een kennistoets naar een toets op afstand.

Online leer- en doceeractiviteiten vormgeven

Als je de leerdoelen en toetsvormen hebt vastgesteld, bedenk je wat de studenten gaan doen in de cursus en wat je daar als docent voor moet doen; de leer- en doceeractiviteiten.

Je cursusbijeenkomst krijgt nu een andere functie en indeling dan bij een regulier college. De volgende afbeelding geeft één manier weer waarin een min of meer ‘reguliere’ bijeenkomst eruit kan zien als je die omzet naar een online sessie. Dit kan behulpzaam zijn bij het denken over en het vormgeven van dit transformatie proces.

Triam Float

Tot slot

Roostering

Probeer zoveel mogelijk de geplande roostertijden vast te houden, in ieder geval voor de synchrone activiteiten. Studenten hebben juist nu veel baat bij en behoefte aan structuur en je mag ervan uitgaan dat ze het rooster al in hun agenda hebben staan en beschikbaar zijn op de geplande tijden. Bekijk hoe je de tijd die ingeroosterd is voor deze cursus het beste in kunt zetten om de leerdoelen te behalen. Je hoeft niet vast te houden aan 2 uur hoorcollege gevolgd door 2 uur werkcollege of practicum. Plan (binnen de geroosterde tijd) meerdere korte blokken met tussendoor andere activiteiten die voor verwerking van de leerstof zorgen. En/of vervang synchroon werken (allemaal tegelijkertijd) door asynchroon werken (ieder op zijn eigen tijd) waar dat kan. En als je wel de volledige geroosterde tijd gebruikt, plan dan meerdere pauzes in bij een langere bijeenkomst (twee uur of langer) en zorg voor variatie in de werkvormen. Als er weinig of geen synchrone activiteiten zijn, probeer er dan wel voor te zorgen dat je op een laagdrempelige manier bereikbaar bent. Bijvoorbeeld aan eerstejaars aangeven dat ze je kunnen mailen voor vragen is vaak niet laagdrempelig. Soms weten studenten ook niet dat ze vragen hebben, en dan werkt bijvoorbeeld een (synchroon) spreekuur per week goed. Studenten horen dan ook vragen van anderen en de antwoorden daarop.

Keep It Simple

En tot slot adviseren we je als je voor het eerst je bestaande cursus gaat omzetten naar een online variant: ‘KIS (Keep It Simple)’. Verwacht niet van jezelf dat je zes nieuwe toepassingen leert en inzet; daar worden studenten ook niet blij van.

Vragen?

Heb je na het lezen van dit artikel behoefte om te sparren over je cursus? Via het professioneel consult kunnen UU-docenten kosteloos onderwijskundig advies krijgen. Neem contact op via onderwijsadviesentraining@uu.nl. Heb je meer vragen over de tools die in deze bijdrage aan bod komen, dan kun je terecht bij onze collega’s van Educate-it.

Auteurs

Met dank aan Marlies van Beek en Liesbeth van de Grint van Onderwijsadvies & Training voor hun input.
Een plaatje van het verschil tussen de opbouw van een fysieke les en een online les van Triam Float heeft ons geïnspireerd tot een eigen variant daarop.