Biodiversiteit van veenlandschappen

Een van de meest bedreigde habitats op het noordelijk halfrond (inclusief Nederland) zijn de zogenaamde 'vennen'. Omdat dit cruciale ecosystemen zijn, is het van belang om verdere achteruitgang te voorkomen. Masterstudent Milou Willemse doet onderzoek naar de beste manier van herstel. 

grasrijk en moerassig veengebied
iStock.com/henkhulshof

Veenlandschappen helpen bij het reguleren van het klimaat, het op peil houden van de waterkwaliteit, de watervoorziening en -zuivering en het beschermen van ecosysteemdiversiteit. Bovendien fungeren ze als buffers voor overstromingen en droogtes. Kortom; deze gebieden zijn ontzettend belangrijk!

In deze gebieden zijn de condities extreem: het water en de bodem zijn heel zuur (lage pH-waarde), mineraalrijk en voedselarm. Enkele soorten zijn aangepast om in deze extreme condities te overleven, zoals Schorpioenmos en verschillende soorten Zegge.

Bedreigd landschap

Veel van deze gebieden verkeren in slechte staat of zijn zelfs volledig verdwenen als gevolg van klimaatverandering en menselijke activiteiten. Daardoor worden deze zeldzame soorten nu bedreigd. Omdat dit cruciale ecosystemen zijn, is het van belang om verdere achteruitgang te voorkomen door middel van herstel, bijvoorbeeld door de vennen opnieuw nat te maken. Vennen zijn echter complexe ecosystemen, waardoor niet alle herstelprojecten succesvol zijn. Bij het opnieuw natmaken van vennen moet met veel dingen rekening worden gehouden. Zo is het niet alleen belangrijk om de bodemsamenstelling te begrijpen, maar ook hoe de bodemsamenstelling in wisselwerking staat met (bodem)water.

Bodemmonsters

Onderzoek naar beste manier van herstel

Bij het herstel van de verschillende habitattypen in de veenlandschappen is er echter veel onzekerheid. Om deze onzekerheden te verminderen, is het belangrijk om deze landschappen beter te begrijpen. Daarom doet Milou Willemse voor de master Sustainable Development onderzoek naar de concentraties van aanwezige voedingsstoffen in veenbodems en hoe deze concentratie de slaagkans van vernatting beïnvloedt. Hiervoor is zij naar zes verschillende veenlandschappen in het oosten van het land gegaan en heeft daar meerdere bodemmonsters verzameld.

Bodemmonster in de Tuinen

Deze bodemmonsters staan nu in de Botanische Tuinen, waarbij de ene helft wordt vernat middels een hoger waterpeil en de andere helft even nat gehouden wordt. Deze bodemmonsters staan onder een zelfgemaakte constructie om zonlicht en regen te weren, om invloed hiervan op de uiteindelijke resultaten zoveel mogelijk tegen te gaan. Om de twee weken neemt Milou nieuwe watermonsters uit de bodems, die zij vervolgens in het lab onder andere analyseert op de aanwezige voedingstoffen. Op die manier wordt een beeld verkregen van de aanwezige voedingsstoffen in de vernatte en drooggehouden monsters. Zo hoopt ze inzicht te krijgen in wat het effect is van vernatting op de nutriëntenbeschikbaarheid voor planten in deze gebieden. Hiermee kan vervolgens aan verschillende (overheids)instanties geadviseerd worden wat de beste methode voor het herstel van deze landschappen is. Het in stand houden en/of uitbreiden van deze ecosystemen zal namelijk blijvende voordelen hebben voor zowel de aarde als de mens.