Rotstuin

Wie de tuin binnenloopt, ziet direct de Rotstuin. Het hoogste punt ligt circa 12 meter boven het niveau van de Fortgracht. Wat soortenrijkdom en oppervlakte betreft, is het één van de grootste rotstuinen van Europa.

In 1963 werd begonnen met de aanleg van de Rotstuin, boven op de remises van het Fort. Een groot voordeel was natuurlijk dat de remises zelf al voor hoogteverschil zorgden. Toch moest nog 2.100 ton rotsblokken uit de Ardennen aangevoerd worden om de Rotstuin te vervolmaken en 'aan te kleden'. Omdat de stenen soms verzakken of een deel van de Rotstuin opnieuw aangelegd wordt, zijn nog regelmatig extra rotsblokken nodig.

Wat is er te zien?

In de Rotstuin zijn verschillende biotopen of milieus te vinden. Links van het pad dat naar het Fort leidt, ligt het Zuidelijkhalfrondvak met allerlei bijzondere soorten uit Zuid-Amerika, het zuiden van Afrika en Australië en Nieuw-Zeeland.

Vervolgens kom je langs de grote rotspartij op de linker remise van het Fort. Hier zijn droge, zonnige hellingen, een vochtige beekoever met onder andere Primula-soorten en een echte bergbeek met waterval. Aan de rechterkant van het pad ligt de Bergbostuin (vroeger Turfterrassen). Hier staan vooral soorten die zich thuis voelen op de zure en vochtige ondergrond van bergbossen. 

Een bijzonder onderdeel van de Rotstuin is het stukje hoogveen, een stukje oer-Nederland. Hier staat zomers de Rietorchis in bloei en vind je Zonnedauw en Veenpluis.

Rotstuin