Terugblik PO Conferentie: Terug naar de basis?

Onderaanzicht van een rij gekleurde potloden

Het onderwijs terug naar de basis; wat betekent dat en wat is daarvoor nodig? Daarover spraken 120 professionals uit het basisonderwijs én onderzoekers tijdens de vierde PO Conferentie op 1 februari 2023. Wat waren de highlights en welke inzichten heeft het opgeleverd?

Masterplan basisvaardigheden

In het ‘Masterplan basisvaardigen’ stelt minister Dennis Wiersma dat het onderwijs terug moet naar de basis. Wat wordt hiermee bedoeld? En als er al zoiets als een ‘basis’ bestaat, hoe zou die er dan uit moeten zien? En wat heb je als leraar nodig om deze basis goed neer te kunnen zetten in de klas? De deelnemers gingen in vier sessies met deze vragen aan de slag, waarbij steeds één van de thema's uit het masterplan centraal stond: taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid.

po conferentie, O&T

Tijdens elke sessie werd het thema geïntroduceerd door een onderzoeker, gevolgd door een pitch van een school die zich hierop profileert. Dit was de basis om met elkaar in gesprek te gaan over wat een leraar hier de volgende dag al mee kan in de klas, en wat het betekent voor de langere termijn.

Themasessie: Kwaliteitswaaier voor begrijpend lezen 

Mirjam Snel, hogeschoolhoofddocent taal aan de HUpabo
Eline Klaassen, intern begeleider van De Maaspleinschool

Mirjam Snel benadrukte in haar presentatie het belang van lezen, en met name dieplezen, door onze leerlingen. Dat betekent dat leerlingen een tekst kritisch moeten kunnen lezen, en in staat zijn om er een mening over te vormen. Leren lezen is bij uitstek een verantwoordelijkheid van scholen. Deze verantwoordelijkheid moet echter worden gedragen door alle betrokken lagen: leraren, leesdeskundige(en), schoolleider en het bestuur. In deze context presenteert Mirjam de kwaliteitswaaier, waarin staat wat de rol is voor elk van deze lagen in effectief leesonderwijs.

Bij het beschrijven van het schoolportret vertelde Eline Klaassen hoe De Maaspleinschool de verschillende bouwstenen van de kwaliteitswaaier toepast. Eline benadrukt het belang om met thema’s te werken die verspreid zijn over meerdere weken. Hierdoor ontstaat ruimte om gevarieerde teksten aan te bieden, wat heel belangrijk is voor de ontwikkeling van leesvaardigheid.

Het publiek was enthousiast over de kwaliteitswaaier en de toepassing ervan. Zo werd gesproken over de methodes die geschikt zouden zijn. Volgens Mirjam kun je de waaier als leidraad gebruiken om een goede methode te kiezen, maar de bouwstenen in de waaier zijn zelfs zonder leesmethode te implementeren. Eline gaf de scholen advies over de beste manier om gevarieerde literatuur per thema te kiezen: met name door gebruik te maken van wat je al hebt, door alles goed te documenteren, maar ook door expertise in te zetten die al aanwezig is, zoals bijvoorbeeld van de leesconsulent van de bibliotheken.

Themasessie: Rekenen moet je leren

Hans van Luit, hoogleraar (em.) orthopedagogiek
Liesbeth de Groot, leerkracht op basisschool Het Schateiland

In deze sessie liet Hans van Luit zien wat er bekend is over de ontwikkeling van getalbegrip en goede rekeninstructie, met aanpassingen voor zwakke rekenaars en aandacht voor sterke rekenaars zodat iedereen de kans krijgt om te groeien. Hij benadrukte het belang van een trapsgewijze instructieprocedure, waar bijvoorbeeld het gebruik van materiaal afgebouwd wordt zodra dat kan. Ook ging hij in op het belang van directe instructie en rekengesprekjes om rekenkennis te achterhalen, zodat je begrijpt waar kinderen staan en welke strategieën ze gebruiken om tot hun antwoorden komen. Hans vertelde ook over het belang van tijd: kinderen verschillen van elkaar in hoeveel tijd ze nodig hebben om dezelfde doelen te bereiken. Bovendien verschillen scholen in hoeveel tijd ze aan rekenen besteden. Hans pleitte voor een klokuur instructie- en oefentijd per dag, en voor zwakke rekenaars een uur in de week extra. Want: wat je veel doet, dat ontwikkel je. 

Hierna nam Liesbeth de Groot ons mee in het proces dat ze op haar school hadden doorlopen om de rekenprestaties van hun leerlingen te verbeteren, op basis van inzichten die Hans hen had meegegeven. Eerst door de bestaande rekenmethode zo aan te passen dat de stof serieel werd aangeboden in plaats van parallel, en later door een methode aan te schaffen waarin de stof al op deze manier werd aangeboden. Door goede instructie en veel herhaling gingen de rekenresultaten zichtbaar omhoog. Ook in de rest van de school werd de rekeninstructie verbeterd. Als rekenspecialist doet Liesbeth klassenbezoeken, en ziet een groot verschil met een aantal jaar geleden. Dat begint al bij de kleuters: rekentaal wordt niet meer onnodig versimpeld zodat kinderen een rijk aanbod aan rekentaal krijgen (denk aan groter, kleiner, meer, minder, links, rechts). Ze pikken dat goed op en hebben er veel profijt van. 

Tot slot gingen de deelnemers met elkaar in gesprek over de keuze voor een methode, werkzame principes om zwakke en sterke rekenaars te ondersteunen en de doorgaande lijn van beginnend en aanvankelijk rekenen. Daarbij kwam vooral naar voren dat methoden verschilden in of ze stof parallel en serieel aanboden. Ook werd het belang van succeservaringen en automatiseren voor zowel sterke als zwakke rekenaars benadrukt. 

Lees verder op Didactief

Themasessie: Digitale geletterdheid

Petra Janssen, Marnix Academie
Jacqueline de Jong, 2e Marnixschool
Miranda Wedekind, PCOU

In deze themasessie benadrukte Petra Janssen het belang van digitale geletterdheid, en de rol die de school hierin speelt. Zo heb je als school een belangrijke rol bij onder meer het vergroten van de kansengelijkheid. Want niet alle kinderen hebben dezelfde toegang tot technologische devices. Petra maakt onderscheid tussen vier domeinen van digitale geletterdheid: praktische vaardigheden, informatievaardigheden, mediawijsheid (wat is waar en wat niet?) en computational thinking. Ze benadrukt dat alleen het bezig zijn met digitale technologie niet voldoende is. Het gaat om het aanleren van de juiste digitale vaardigheden, waarbij ICT het doel is en niet alleen een middel.

Waar begin je als je digitale geletterdheid in je eigen onderwijs wilt implementeren? Begin met het maken van een visie op de vier domeinen, bedenk waar het zwaartepunt zou moeten liggen en durf keuzes te maken. Kijk ook naar de eigen deskundigheid; waar sta je zelf als leerkracht? Er bestaan gratis scans die laten zien waar je je nog in kunt ontwikkelen. Pas als je dit in kaart hebt, kun je beginnen met het integreren in je onderwijs.

Jacqueline de Jong vertelde aansluitend hoe digitale geletterdheid eruit kan zien op school. Bij haar op school is er sprake van een gemengd team: sommige leerkrachten voelen zich al bekwaam als het gaat om digitale geletterdheid, andere leerkrachten veel minder. Er is bij haar op de 2e Marnixschool gewerkt met leskisten met allerlei lesmaterialen die leerkrachten in de klas konden uitproberen. Denk aan het maken van een eigen jeugdjournaal of een kampkrant. Het leerkrachtenteam is dankzij de lesvoorbeelden heel enthousiast geworden.

Miranda Wedekind beaamde tot slot dat het vormen van een visie op digitale geletterdheid en reflecteren op je eigen deskundigheid als leerkracht een belangrijk startpunt is. Ze tipte ook om gewoon klein te beginnen door dingen uit te proberen. Je hebt ook niet meteen allerlei digitale middelen nodig; houd het simpel! Stichtingbrede leskisten kunnen leerkrachten op weg helpen en hun enthousiasme stimuleren, zoals bij de 2e Marnixschool is gebeurd. Wat ook handig is, dat is een ICT-coördinator in de school die tijd en ruimte heeft om nieuwe dingen op te pakken met het leerkrachtenteam.

Themasessie: Burgerschap

Anton Boonen, waarnemend lector & portefeuillehouder onderwijsinnovatie (Instituut Theo Thijssen/HUpabo)
Lorance Janssen, directrice basisschool De Krullevaar
Jolanda Berends, onderzoeker bij Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht

Het belangrijkste woord uit deze sessie over burgerschap was verbinding. Anton Boonen gaf mee dat het belangrijk is om de omgeving van de school te betrekken bij burgerschapsvorming. Op deze manier heeft burgerschap een brede invalshoek en kan er interprofessioneel worden samengewerkt.

Lorance Janssen schetste dat je als school niet alles alleen kunt doen en dat het zinvol is gebruik te maken van je wijk. Ze lichtte dit toe aan de hand van vele voorbeelden uit haar school. Een hiervan is de samenwerking met Kasteeltuin Nijevelt, waar kinderen van de school werken in de moestuin onder begeleiding van Utrecht Natuurlijk.

Jolanda Berends belichtte tot slot de rol van sociaal makelaars jeugd van stichting Dock die een rol kunnen spelen in het vormgeven van burgerschapsvorming op scholen. 

Save the date

De volgende PO Conferentie Regio Utrecht is op woensdag 7 februari 2024.

Contact

Heb je een vraag? Neem dan contact op met po@uu.nl. De PO Conferentie Regio Utrecht is een initiatief van het PO Partnerschap Provincie Utrecht en wordt georganiseerd door Onderwijsadvies & Training