Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling (LED)

Dierenmishandeling en het LED

Dierenmishandeling komt ook in Nederland nog veel voor. Dierenmishandeling is bij wet verboden en wordt gezien als iets dat een dier actief wordt toegebracht. Slaan of schoppen bijvoorbeeld. Dat mag dus niet. Naast dierenmishandeling komt ook dierverwaarlozing veel voor. Bij verwaarlozing gaat het niet om iets dat actief wordt toegebracht, maar om het nalaten van (goede, passende) zorg. Verwaarlozing is ook verboden. Iedereen die een dier onder zijn hoede heeft, dient dat dier de juiste zorg te verlenen en in voldoende mate.

Omdat dieren kwetsbaar zijn en vaak volledig van ons afhankelijk is het verkeerd behandelen van een dier erg naar. Uit onderzoek blijkt bovendien dat dierenmishandeling en -verwaarlozing regelmatig samengaan met huiselijk geweld of problematiek van de houder, zoals psychiatrische problematiek. Het kan daarom van waarde zijn om als omgeving alert te zijn op dierenmishandeling/verwaarlozing.

Hoe herken je dierenmishandeling/verwaarlozing?

Belangrijke signalen zijn fracturen/letsel, vooral als er verschillende, onlogische of terughoudende verklaringen zijn over hoe dat letsel is ontstaan, het letsel kan herhaald of onverklaarbaar zijn. Vermagering, ligplekken en veel dorst of honger kunnen een teken aan de wand zijn, zeker wanneer geen medische oorzaken kunnen worden gevonden. Ongepaste huisvesting, signalen van onvoldoende hygiëne en het ontbreken van schoon water en voeding zijn uiteraard belangrijke signalen. Wanneer je vraagt naar dierenartsenbezoek kan daarover ontwijkend geantwoord worden. Werk je in een dierenartsenpraktijk, dan kan iemand die nieuw in de praktijk is en van praktijk naar praktijk ‘hopt’ een signaal zijn. Gebrek aan bezorgdheid om iemands dieren of één specifiek dier zijn ook een signaal en tot slot zijn er signalen aan het dier zoals van angst voor mensen, erg ingetogen of onverwacht/overdreven agressief of juist depressief en weinig gedrag. Het is belangrijk om te beseffen dat deze signalen ook een andere reden kunnen hebben. Het gesprek aangaan over dierenmishandeling is mede daarom niet makkelijk. Je wilt iemand niet onterecht beschuldigen, maar je wilt een dier in nood wel een kans geven. Daarom is het goed om handvatten te hebben om het gesprek erover te kunnen voeren.

Hoe handel je als je vermoedt dat sprake is van dierenmishandeling/verwaarlozing?

Handvatten om het gesprek te voeren helpen om de stap te zetten tot het bespreekbaar maken van wat je ziet. Dit is vooral een taak voor professionals, maar ook voor burgers. Een voorbeeld van een handvat is RADAR. RADAR is als hulpmiddel beschreven door Deborah Walsh in het boek ‘Animal abuse, helping animals and people’ van Catherine Tiplady.

R = Remember to ask = Denk eraan: vraag

Vragen naar iets heftigs als huiselijk geweld en dierenmishandeling? Het is niet makkelijk. Wanneer je echter duidelijke signalen waarneemt, kun je eigenlijk niet anders dan het bespreekbaar maken. De wijze waarop je het bespreekbaar maakt is echter van groot belang. Net als een vertrouwensbasis met de betrokkene. Stel een open vraag, dat is een vraag waarop je niet kunt antwoorden met ja of nee en die uitnodigt tot vertellen. Zorg dat de toon oprecht vragend, nieuwsgierig is. Een vraag kan bijvoorbeeld zijn: ‘Ik zie dat je hond een flinke schaafwond heeft, hoe is dat zo gekomen?’. Of: ‘Ik zie helemaal geen drinkbak voor je kat, hoe kan dat nou?’ Bedenk dat iemand niet altijd kwaad in de zin nodig heeft (gehad), dat iemand anders dan je gesprekspartner letsel kan hebben toegebracht en dat het dier mogelijk niet de enige is, die hulp nodig heeft. Stel vragen als een OEN; open, eerlijk en nieuwsgierig. Verzamel informatie, maar oordeel niet.

A = Ask directly = Vraag er op directe wijze naar, niet via een omweg

Vraag - zonder beschuldigend te zijn - op een directe manier naar datgene wat je bezorgd maakt. Bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat jij/de dieren verwondingen hebben en maak me daarover zorgen. Is alles oké thuis?’ Luister vervolgens naar het antwoord. Geef de ander ruimte om te vertellen. Oordeel niet, ook niet over diegene die de schade toebrengt. Het doel van je gesprek is kijken of je de slachtoffers kunt helpen in de richting van veiligheid.

D = Document findings = Noteer en bewaar wat je hebt waargenomen en gehoord

Vooral voor professionals is het belangrijk om waarnemingen bij te houden en notities te maken van de gesprekken die je daarover met mensen voert. Ook als een slachtoffer niet toe is aan het vertellen van het verhaal of aan het toewerken naar een veiligere situatie, is dit belangrijk. Met de tijd kan er immers een verandering in die situatie komen en dan zijn goede aantekeningen belangrijk.

A = Assess safety = Bepaal veiligheid en risico

Wil iemand praten over mishandeling of verwaarlozing? Bespreek wat er aan mogelijkheden is voor hulp. Gaat het om een dier, vraag dan je eigen dierenarts om hulp of als je werkt in een dierenartsenpraktijk, vraag dan het LED om hulp. Realiseer je dat ook anderen dan de dieren risico kunnen lopen en vraag of het voor je gesprekspartner en anderen veilig is om terug naar huis te gaan. Je kunt vragen: ‘Is het veilig om naar huis te gaan?’. Wees voorzichtig met het meegeven/mailen van informatiemateriaal. Een mishandelende partner kan extremer geweld inzetten als hij het vermoeden heeft dat anderen in het huishouden gesproken hebben met ‘buitenstaanders’ en kan door de mailbox en spullen van een ander heen gaan.

R = Respond, review and refer = Reageer empathisch, beoordeel waarover gesproken is, bespreek welke mogelijkheden er zijn en verwijs door

Deelt iemand zijn verhaal? Geef dat verhaal dan de ruimte. Een luisterend oor is van wezenlijk belang en juist het vertellen van het verhaal kan bij iemand beweging brengen om de stap naar hulp en veiligheid te maken. Oordeel niet, ook niet over plegers, maar vat de kernpunten van het verhaal samen, beoordeel wat besproken is en bespreek mogelijkheden om uit de situatie te komen. Verwijs naar hulpverleners als de politie, www.mendoo.nl en www.vooreenveiligthuis.nl.

Twijfel je, heb je het gevoel dat hulp met spoed nodig is? Leg dan desnoods anoniem hetgeen waarover je zorg hebt, voor aan een van de bovengenoemde instanties of je eigen dierenarts. Wees respectvol voor privacy, maar blijf niet alleen met een zorg rondlopen.