“Doe moeite en wees creatief als je diversiteit wil laten zien”

Interview docent onderzoeker Pauline Phoa

Giel Heeringa, Pauline Phoa en en Marc Hanna voor de muurschildering over de Grondwet. Foto: Ivar Pel.
Giel Heeringa, Pauline Phoa en Marc Hanna voor de muurschildering over de Grondwet. Foto: Ivar Pel.

Geen statige, witte geleerde staatsman, maar een modern ontwerp waar mensen zich in kunnen herkennen. De muurschildering over de Grondwet, die afgelopen jaar op initiatief van rechtenstudenten is gerealiseerd in Utrecht, is niet voor niets een kleurrijke blikvanger, waar handen symbolen maken. Wat kunnen we leren over “inclusieve” beelden in deze diversiteitsmaand aan de Universiteit Utrecht? Docent en onderzoeker Pauline Phoa, die naast haar wetenschappelijke werk ook illustrator en beeldend kunstenaar is, deelt ervaringen en praktische tips.

Wat gebeurde er in de fase van het bedenken?

Het was niet makkelijk. We wilden dat mensen wat zouden gaan voelen bij de Grondwet, als ze het kunstwerk zagen. Hoe krijg je dat voor elkaar? Het ontwerpproces begint met brainstormen. De aanleiding voor de muurschildering was de 175ste verjaardag van de Grondwet, dus de eerste ideeën die leefden in de groep studenten bevatten historische elementen. Het kunstenaarscollectief De Strakke Hand had ook al ervaring met klassieke portretten en schilderijen verwerken tot streetart, dus die zagen dat wel voor zich. Maar ik had meteen bedenkingen: de studenten zochten aansluiting bij een jong publiek, in een multiculturele wijk. En in de muurschildering wilden we juist artikel 1 belichten, het artikel over gelijke behandeling van mensen. Dus we moesten op zoek naar beelden die inclusiviteit en diversiteit uitdrukten. Een kunstwerk waar iedereen die ernaar kijkt, zich in kan herkennen en achter de boodschap kan staan.

Het was niet makkelijk. We wilden dat mensen wat zouden gaan 'voelen' bij de Grondwet.

Hoe heb je creatieve inbreng gegeven aan het uiteindelijke ontwerp?

We hebben er veel over gepraat en de studenten zijn ook huis voor huis in de buurt langs gegaan, om aan bewoners te persoonlijk te vragen of ze dit initiatief voor een muurschildering over de Grondwet en artikel 1 steunden. Ook de woningbouwvereniging, die de muur beschikbaar stelde en de gemeente Utrecht moesten achter het ontwerp staan. De studenten hebben veel werk gestopt in het creëren van draagvlak. Door samen een open gesprek te voeren over inclusieve, moderne beeldtaal, ontstond er een idee. Ik had een Pinterest bord gemaakt met beelden ter inspiratie, zodat ik concrete voorstellen kon aandragen die pasten bij de boodschap van gelijke behandeling. Ik heb toen voorgesteld om iets met handen te doen die verschillende symbolen maakten en daar is de Strakke Hand mee verder gegaan, om het uit te werken tot een ontwerp voor op de muur.

Muurschildering 175 jaar Grondwet Foto: Ivar Pel)
Foto: Ivar Pel

Waarom die handen?

Handen zijn universeel en heel symbolisch. De gebaren verwijzen naar verschillende rechten die de Grondwet beschermt: een vuist voor de vrijheid van meningsuiting en demonstratie, een hartje (met twee handen) dat natuurlijk staat voor het verbod op discriminatie op grond van seksuele geaardheid, een duim omhoog en omlaag voor het stemrecht en democratie, een stop-teken: tot hier en niet verder. Je ziet ook handen die elkaar schudden en die samen de wet dragen, handen die bescherming bieden, want de Grondwet is tegelijk sterk èn kwetsbaar en de handen staan ook voor ‘handelen’, voor actief deelnemen aan de samenleving en de rechten uit de grondrecht samen waarmaken. Uiteindelijk stond iedereen helemaal achter het ontwerp en we zijn er allemaal heel blij mee. Het is prachtig geworden.

De handen op de muurschildering staan ook voor ‘handelen’, voor actief deelnemen aan de samenleving.

Waarom wil je graag vertellen hoe het gegaan is?

Ik denk dat we er als onderwijsinstelling sterker van worden als we aandacht geven aan het leerproces. Dingen gaan vaak niet in één keer goed, ook niet aan de universiteit en daar open over zijn, is ook leerzaam voor anderen. Zeker als het gaat om diversiteit en inclusie.  Je hoort wel eens mensen verzuchten ‘Je mag ook niks meer zeggen tegenwoordig’ en dat is natuurlijk niet zo, maar aan de andere kant: ja, de tijden zijn veranderd. Inzichten veranderen. Heb het erover met elkaar! Aan de Universiteit Leiden was vorig jaar veel discussie over een schilderij met alleen naar rokende witte mannen aan de muur, dat schilderij moest weg en is ook weer teruggekomen na veel discussie. Wat je ziet in de publieke ruimte geeft natuurlijk wel een signaal af. Hoe komt dat signaal over bij de ontvanger? 

Beeldmerk Festival Europa

Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld evenementen: wie zet je op het podium? Bij Festival Europa, dat ik mede heb bedacht en mee organiseer, concludeerden we in een eerdere fase ook: er zijn nog té weinig sprekers van kleur in het programma.
Dat kregen we ook te horen van één van de sprekers. Terecht. Inmiddels hebben we een goede balans in het programma.

Heb je tips voor iedereen die met beeld en met diversiteit aan de slag gaat?

Doe moeite, wees creatief. Het eerste beeld dat je te binnen schiet is misschien niet het beste. Of het is een stereotype. Betrek mensen met een diverse achtergrond bij je project. Vraag aan hen wat voor beeld zij goed zouden vinden op een poster of op een uitnodiging, check hoe je idee bij hen valt. Vraag wat vaker raad!

Kunst van Pauline Phoa (wereldbol)
Kunst van Pauline Phoa.

Maar doe ook je eigen huiswerk: zoek eens bewust ontwerpen op, die gemaakt zijn door personen van kleur of met een andere achtergrond dan jijzelf. En er is ook al best veel geschreven over inclusieve publieke beeldtaal. En meer algemeen is het goed om oog te hebben voor diversiteit. Als ik in een nieuwe werkgroep studenten heb die een niet-Nederlandse naam hebben, vraag ik altijd even hoe ik het moet uitspreken. Beter dat, dan dat je het gaat verhaspelen. Dan zeggen mensen vaak ‘het is niet erg’ en we lachen erom, maar het is natuurlijk niet leuk. Doe wat extra moeite! Minderheden moeten zich zó vaak aanpassen aan de meerderheid, het kan toch ook eens andersom.

Zoek eens bewust ontwerpen op, gemaakt door personen van kleur of met een andere achtergrond.

We leven sowieso een beeldcultuur… wat vind je daarvan?

Het is goed dat we aandacht besteden aan andere uitingsvormen dan tekst. Dat zie je ook in studieopdrachten en toetsvormen, er is meer creativiteit dan vroeger.  Aan de andere kant moeten we ook opletten dat je een onderwerp niet reduceert tot één beeld.

Cover van proefschrift Pauline Phoa.
Cover van proefschrift Pauline Phoa.

Mijn proefschrift ging daar ook deels over: mensbeelden in het (EU) recht. Als je het hebt over “bijstandsmoeder”, “toeslagenslachtoffer”, “migrant” dan heb  je daar vast direct beelden bij. En dus aannames, vooroordelen. Dat leidt ook weer tot beleid en bepaalde – bevooroordeelde - beslissingen. Het is goed om je daar bewust van te zijn en een kritische (zelf)reflectie toe te passen. En zeker bij Rechtsgeleerdheid zal tekst ook altijd belangrijk zijn. Ik hoor studenten wel eens mopperen dat ze zo veel moeten lezen. Of ik het onderwerp niet in een kennisclip kan gieten voor ze?
We moeten niet te snel en makkelijk willen consumeren, vind ik. De bereidheid tot lezen, moet je wel houden aan een universiteit, en zeker bij rechten.

Tekening van twee dassen die yin yang symbool vormen (Pauline Phoa)
Kunst van Pauline Phoa.

Hoe vind je dat wij het aan de Universiteit Utrecht doen qua inclusieve beelden en inclusief gedrag?

We komen van ver, maar er is de laatste jaren veel meer aandacht voor en dat juich ik toe. Je ziet het bijvoorbeeld terug bij projecten in onderzoek en onderwijs rondom het slavernijverleden van Nederland en van de UU in het bijzonder., Of discussies over de schilderijen in het Academiegebouw die voornamelijk mannen afbeelden. Ook in het werven van nieuwe studenten of nieuwe collega’s wordt er nu meer op diversiteit gelet. Maar het blijft een punt van aandacht. En dat moet ook.